Eigenaarschap
Wat bedoelen we met eigenaarschap?
Hiermee bedoelen we dat een leerling betrokken is bij zijn eigen leerproces. Uit grootscheeps onderzoek van John Hattie (2012) is gebleken dat betrokkenheid bij het eigen leerproces positief effect heeft op de resultaten. Doelgericht leren zowel klassikaal als individueel, waarbij goed gekeken wordt of het doel bereikt is en wat er nodig is om het doel te bereiken. Kinderen kunnen hier samen met hun juf of meester over in gesprek gaan. Tijdens de kindgesprekken wordt er besproken wat het kind nodig heeft om zijn of haar doel te behalen. Een kind dat bijvoorbeeld beter wil scoren op begrijpend lezen, kan vragen om pre-teaching of hulp bij het uitbreiden van de woordenschat. Dit kan in de klas, bij de RT (extra hulp) en/of thuis. Het kind denkt bewust mee en wordt zo eigenaar van zijn of haar eigen leerdoel.
Onder eigenaarschap verstaan wij ook: actief lid zijn van de schoolgemeenschap. Dit doen wij tijdens groepsvergaderingen bijvoorbeeld en/of in de leerlingenraad. Het kind denkt mee over de regels en gebruiken op school en in de klas. Zo gaan deze ook meer leven en worden ook echt door het kind beleefd, worden ‘eigen’. Ons programma de Vreedzame School zorgt voor een mooie lijn in deze sociale vaardigheden.
Eigenaarschap zien we ook terug bij het werken op de eilanden van de talentenarchipel. Kinderen kiezen op welk eiland ze meer willen leren en op welke manier ze hun eigen talent kunnen ontdekken. Het maken van eigen keuzes zorgt ervoor dat het kind meer gemotiveerd is om zijn of haar doel te bereiken.
Bij onze methode voor wereldoriëntatie Blink wordt het eigenaarschap ook gestimuleerd. Kinderen stellen hun eigen onderzoeksvraag en werken deze in groepjes uit. Door middel van een zelfgekozen manier van presenteren wordt de kennis gedeeld in de groep.
Bij ons op school streven we ernaar om een goed evenwicht te vinden tussen eigenaarschap van de leerling en leerkrachtgestuurd onderwijs. Een voorbeeld hiervan: de instructie (uitleg) bij rekenen is duidelijk, gestructureerd en bevat oefenstof in de zone van de naaste ontwikkeling van de leerling. De leerling zelf is betrokken bij het behalen van de leerdoelen van rekenen, omdat hij of zij weet welk (eigen) doel bereikt moet worden en op welke manier. Een ander voorbeeld: bij een tekenopdracht wordt richting gegeven door de leerkracht en diverse reflectiemomenten worden ingebouwd. De leerling experimenteert, oefent en evalueert samen met klasgenoten.