Taal en Rekenen
Taal en rekenen zijn de basisvakken bij ons op school. Deze vakken worden vooral in de ochtend gegeven in de groepen 3 tot en met 8. In groep 1-2 zitten de taal- en rekendoelen verweven in het thematisch speel- en werkonderwijs dat gedurende de hele dag plaats vindt.
Rekenen
Van 9.15 uur tot 10.15 uur wordt er schoolbreed gerekend in de groepen 3 tot en met 8. Kinderen die voorlopen op de lesstof in hun jaargroep kunnen op deze manier heel makkelijk aansluiten bij een hogere groep. In alle groepen wordt gestart met directe instructie en de instapoefeningen. Op basis van eerder behaalde resultaten en resultaten in de betreffende les kan de leerkracht aansluiten bij het niveau van het kind. De verwerking gebeurt digitaal, alle leerlingen werken op hun eigen Chromebook. Ze ontvangen direct feedback op de gemaakte sommen en hoeven dus niet te wachten totdat de leerkracht hun werk na heeft gekeken. Automatiseren is een heel belangrijk onderdeel in ons rekenonderwijs. Er worden dan ook veel automatiseringsoefeningen gedaan in alle groepen en kinderen kunnen door middel van Bareka laten zien welke sommen, tafels etc. ze beheersen. De methode die we gebruiken heet Pluspunt.
Kinderen die voorlopen en extra uitdaging nodig hebben werken met de plustaken van de methode, Rekentijgers of de extra methode Reken XL, eventueel onder begeleiding van een onderwijsassistente of een leerkracht.
In groep 1-2 werken de kinderen thematisch tijdens spelen-werken of in de kring aan de rekendoelen.
Taal
Technisch lezen
Elke dag wordt er in de groepen 4 tot en met 8 (technisch) gelezen. Het stimuleren en ontwikkelen van leesplezier staat hierbij voorop. Dit doen we in de basis door de kinderen vooral veel leeskilometers te laten maken. Daarbij mogen ze boeken kiezen die hun interesse hebben. De leerkracht geeft regelmatig het goede voorbeeld door zelf een boek te lezen of voor te lezen. Ook oefent de leerkracht met leerlingen die wat extra leesoefening nodig hebben Dit laatste wordt ook gedaan door onderwijsassistenten en leerkrachten die RT (remedial teaching = extra hulp) geven. Andere werkvormen tijdens de technisch lezen tijd zijn: maatjes lezen, klassikale en individuele leesoefeningen en boekbesprekingen. Ook lezen we meerdere keren per jaar een samenleesboek. Dit boek gaat ook mee naar huis en daarna weer terug naar school. Zo worden de ouders ook betrokken bij het lezen. De kinderen voeren literaire gesprekken in de klas over het boek.
Minstens twee keer per jaar worden er AVI-toetsen afgenomen. Met behulp van deze toetsen wordt het leesniveau van het kind bepaald zodat we altijd de juiste boeken op niveau aan kunnen bieden en ook de leesvorderingen in de gaten kunnen houden en kunnen stimuleren. Kinderen met leesproblemen of bij wie dyslexie is vastgesteld, worden begeleid door de coördinator leerlingenzorg en de RT-leerkracht.
In groep 3 wordt voor het aanvankelijk en voortgezet technisch lezen de methode Veilig Leren Lezen gebruikt. Nieuwe letters worden steeds aangeboden in een woord en ook de spelling wordt direct geoefend. Elk nieuw blok begint met een ankerverhaal en nieuwe woorden die centraal staan.
In groep 1-2 worden door middel van thematisch spelen en werken en kringactiviteiten de voorbereiding voor het aanvankelijk lezen geoefend. Te denken valt hierbij aan voorlezen, zelf boekjes lezen in de boekenhoek, hak- en plakoefeningen met letters en woorden, spullen meenemen voor de lettertafel, het werken met taalontwikkelingsmaterialen en het oefenen van begrippen als eerste en links etc.
Begrijpend lezen (effectief leesonderwijs)
Begrijpend lezen is geen apart vak bij ons op school. Immers het lezen van teksten heeft altijd tot doel om deze te begrijpen. Het verwerven van kennis van de wereld om ons heen is het doel van lezen. Als leerlingen meer kennis van de wereld krijgen, komt er ook meer begrip en wordt de woordenschat uitgebreid. Samen met een goed technisch leesniveau zijn dit belangrijke vooorwaarden om een goede lezer te worden. Ons begrijpend leesonderwijs bestaat dus vooral uit het (samen) lezen van rijke teksten waarbij de strategieën in dienst staan van het begrijpend lezen en niet apart onderwezen worden. Wel gebruiken we naast de rijke teksten ook de mthodes Blits studievaardigheden, Humpie Dumpie en Beter Bij Leren.
Begrijpend lezen begint al in de kleuterklas met het voeren van mooie gesprekken met de kinderen over aantrekkelijke prentenboeken waarbij de leerkracht een appèl doet op de hogere denkvaardigheden van de leerlingen. Deze activiteiten zijn zeer waardevol voor de ontwikkeling van tekstbegrip. De leerkracht bepaalt het inhoudsdoel van de les en ontwerpt daarvoor een instructie. De les sluit altijd aan bij het schoolbrede thema van Blink. De les wordt afgesloten met een verwerkingsopdracht die de leerlingen klassikaal of in de speel/werkhoeken maken.
In groep 3 ligt de nadruk vooral op het technisch lezen, maar ook hier biedt de leerkracht regelmatig teksten aan die het oefenniveau van de technisch leesboeken overstijgen. Dit doet ze door prentenboeken en kwalitatief goede kinderboeken voor te lezen. Ook worden er lessen bij thematische teksten ontworpen met een instructie en een verwerkingsopdracht, waarbij er uiteindelijk steeds meer geschreven wordt. Aan het eind van groep 3 gaan de kinderen naast het lezen van rijke teksten ook een eerste start maken met de methode Humpie Dumpie.
In groep 4 tot en met 8 bieden de leerkrachten rijke/thematische teksten aan en ontwerpen voor deze teksten (gezamenlijk) lessen met een effectieve istructie en een actieve verwerkignsopdracht waarbij de leerlingen ook steeds moeilijkere teksten leren schrijven. De teksten worden aangeboden aansluitend bij de thema's van Blink.
Taal - spelling
Voor de groepen 3 tot en met 6 gebruiken wij de spellingmethode van Staal. Deze methode is elke les volgens dezelfde manier opgebouwd: opfrissen, instructie, oefendictee, nabespreken en zelfstandig werken. Met Staal Spelling wordt de spelling gedegen aangeboden en we behalen dan ook goede resultaten. De methode vervangt opbouwsgewijs onze spellingmehtode van Taal Actief die nu alleen nog in de groepen 7 en 8 wordt gebruikt.
Taal - algemeen
In de groepen 4 tot en met 8 werken we met de taalmethode van Taal Actief. Deze methode is onderverdeeld in de onderdelen: communicatie, woordenschat en taal verkennen. De leerdoelen en de directe instructie zijn ‘doelzuiver’, dat wil zeggen dat de kinderen niet afgeleid worden of in de war raken van vragen die niet bij het doel van de les horen. De leerlijn communicatie bestaat uit spreken, luisteren, schrijven en lezen. Bij het onderdeel woordenschat leren de kinderen per leerjaar ongeveer 360 nieuwe woorden, zodat ze aan het einde van hun basisschooltijd een gedegen woordenschat hebben opgebouwd. Taal verkennen gaat vooral over de opbouw van zinnen en het benoemen van zinsdelen en woordsoorten (grammatica). Alle onderdelen worden zowel op de computer als in het schrift geoefend. Sommige doelen/woordenschatlessen worden vervangen en meegenomen in het thematisch onderwijs.
In groep 3 zit taal verweven in de methode Veilig Leren Lezen en het rijke taalaanbod in de groep. In groep 1-2 maakt taal uit van het leerplan dat gebaseerd is op de kleuterdoelen en is taal alom aanwezig bij het hoekenwerk, het spelen in het speellokaal en buiten en in de kringlesjes, steeds ingebouwd in het thema.